februari 2004, Autobild
Open en dicht onmiskenbaar een MINI
In Maart viert hij zijn premiere, de eerste officïele plaatjes zijn er nu al: Mini stelt de Cabrio voor. En een doordachte kap.
De Mini-makers laten eindelijk hun cabrio zien. Sinds maart 2003 waarden al foto’s rond die er geen twijfel aan over lieten dat het zich loonde om op de open variant van de bestseller uit Oxford te wachten.
Precies één jaar later viert de Cabrio zijn wereldpremiere op de Autosalon van Genève 2004. Zowel gesloten als open is het onmiskenbaar een Mini. Steile voorruit, weinig overhang, koplampen, rechte achterkant. Met gesloten kap is hij minimaal lager dan de limousine.Daardoor komt hij iets gedronger over, maar de typische Mini silhoutte behoudt hij. De lengte ook: 3,50 meter.
Nieuw is in principe de voorkant en achterkant, de Cabrio heeft als eerste de Mini-Facelift. Nieuwe koplampen met ongeslepen glastechniek, nieuwe LED achterlichten, grill met gladdere vlakken, chroomelementen in de bumpers en op wens rondom ‘Chroom Lijn Exterieurpakket’. Cabriospecifieke designelementen: de hoger en in het chroom van het raam geplaatste derde LED remlicht.
Kap met schuifdak
Technisch hoogstandje is de kap. Zonder handmatige ontgrendeling laat zich de kap na een druk op de knop volautomatisch openen. 15 seconden duurt dit, na op de knop gedrukt te hebben opent zich eerst het schuifdak en daarna de complete kap.
Terwijl het vouwdak naar achteren glijdt worden de daksteunen automatisch ingetrokken en gelijktijdig de achterse ramen naar beneden gedaan. Door de Z-vouwen (als bij de BMW Z4) ligt het dak compact achter de achterbank en maakt het een afdekkap overbodig. Innovatief: het stoffen schuifdak laat zich tot 40 centimeter openen. Maximaal 120 km/h mag de snelheidmeter daarbij aangeven. Een noviteit in het cabrio segment. Als ook het Easy-Load-System.
Bij gesloten kap kan na het omzetten van twee hendels het achterste deel omhoog klappen en vastgezet worden. Bij het gelijktijdig openen van de kofferdeksel ontstaat zo een grote en gemakkelijk toegankelijke opening naar de laadruimte, die groot genoeg zijn moet om een redelijk vracht mee te nemen.
Uitlevering voorjaar 2004 als One en cooper (R50)
Volgens de fabrikant is de Mini Cabrio een volwaardige vierzitter. Lange reizen moet men er echter niet mee maken: 120 liter bagageruimte bij geopende kap, 165 liter bij gesloten, 605 met een neergeklapte achterbank – dat is niet zo veel. Hetzelfde geld voor het meergewicht: 400 kilo.
Maar ja, geen Mini koper die een ruimtewonder verwacht. Lol moet men met de Mini hebben. En dat is gegarandeert met de typische Mini kenmerken: kart-gevoel door het directe stuur, meesturende achteras, lager zwaartepunt, breed spoor. Onder de motorkap vind men de bekende motoren: 1,6-liter-viercilinder met 90 pk (Mini One) of 115 pk (Cooper). De 163-pk-variant (Cooper S) komt op een later tijdstip beschikbaar. Een diesel is nog niet geplanned.
De prijs van de Cabrio zal 2500 tot 3000 Euro boven de gesloten versie liggen. Daarvoor krijgt men een rijkelijk voorziene basisuitrusting (o.a. verwarmbare achterruit van glas, park distance control, bandenpech indicatie, elektrische ramen voor en achter), veel actieve veiligheid (twee airbags voor, twee kop-thorax airbags, vier sensoren ABS, elektronische remkrachtverdeling) en passieve veiligheid (versterkte A-kolom, verstijfde carrosserie); achter de achterbank tronen twee rolbeugels met geïntegreerde hoofdsteunen. Het oog wil tenslotte ook wat.