Libanese ‘oorlogstoeristen’
‘Een heel interessante foto. Alleen jammer dat hij niet klopt’
Libanese ‘oorlogstoeristen’ vertellen verhaal achter de World Press Photo 2006.
De foto is de wereld rondgegaan: rijke Libanese christenen doen aan oorlogstoerisme in de door Israël gebombardeerde buitenwijken van Beiroet! Maar de jongeren op de foto die vorige week de World Press Photo won, vertellen een heel ander verhaal. Ze zijn bijna allemaal uit de buurt en ze kwamen die dag kijken of hun huizen nog overeind stonden.
BEIROET l De ‘rode sportwagen’ op de foto was in feite een Mini Cooper die de hele oorlog had dienstgedaan om mensen te evacueren uit de sjiitische buitenwijken van Beiroet. ‘Ik was bezorgd dat het open dak een slechte indruk zou maken. Maar we wilden een goed idee krijgen van wat er met onze wijk was gebeurd.’
Voor Spencer Platt, een Amerikaanse fotograaf die voor het agentschap Getty werkt, was 15 augustus een hectische dag. Het was de tweede dag van het staakt-het-vuren na de 33-daagse oorlog van Israël tegen Libanon. De dahiye, de zuidelijke buitenwijken van Beiroet waar de sjiitische verzetsbeweging Hezbollah de plak zwaait, was met de grond gelijkgemaakt. Van overal kwamen de Libanezen – sjiieten, soennieten en christenen – ernaar afgezakt. Sommigen om de schade aan hun huizen te inspecteren, anderen uit nieuwsgierigheid. “Ik stond net op het punt terug te keren naar mijn hotel toen ik plots in mijn ooghoek een rode auto zag”, zegt Platt aan de telefoon vanuit New York. “Ik heb vier of vijf keer afgedrukt, maar er was slechts één bruikbaar beeld bij. Ik heb het opgestuurd samen met een 25-tal andere foto’s die ik die dag had gemaakt.”
Hij had er geen idee van dat de foto een icoon zou worden, het beeld dat de oorlog in Libanon zou definiëren. “Ik vond het een goede foto. Dit is ook Libanon. Het is belangrijk om de clichébeelden van de vluchtelingen te maken, want dat is de realiteit van de oorlog. Maar er is ook een andere kant van Libanon, the fabulous side.”
Daklozen oppikken
Jade, Bissan en Tamara Maroun, Liliane Nacouzi en Noor Nasser voelden zich echter helemaal niet fabulous die dag. Ze zitten samen in het appartement van Bissans verloofde Wissam Awad in de christelijke wijk Achrafieh. Tamara, de blondine in de foto, is de enige die er niet bij is. Wel van de partij is Lana El Khalil (25), de eigenares van de rode sportauto. Nu ja: het is eigenlijk een oranje Mini Cooper. En ze willen dat de wereld een aantal dingen weet over de foto.
“Zie je die sticker op het dashboard?”, zegt El Khalil. “Dat is een sticker van samidoun, een vrijwilligersorganisatie die tijdens de oorlog werd opgericht om de slachtoffers te helpen.” El Khalil was lid van een groep linkse activisten die een sit-in hielden voor de Palestijnse zaak toen de oorlog begon. “Toen de eerste bommen vielen, zijn we onmiddellijk hulp beginnen te verlenen. Ik heb mijn appartement in Hamra afgestaan aan vluchtelingen uit het zuiden en ben bij mijn ouders gaan wonen. In de eerste dagen reed ik rond in de dahiye om dakloze mensen op te pikken en ze naar opvangcentra te brengen. Later heb ik noodhulp heen en weer gereden naar de mensen die waren achtergebleven in de dahiye.”
Dat alles met de oranje Mini Cooper die het symbool zou worden van de harteloosheid van de fabulous people van Libanon. De anderen zijn allemaal afkomstig uit de zuidelijke buitenwijken van Beiroet: vier uit de dahiye, eentje uit de belendende wijk Shiya. Noor is de enige moslim in het gezelschap, de anderen zijn christenen. Dat hoeft niet te verwonderen: Haret Hreik, het hart van de dahiye, was oorspronkelijk een christelijke wijk. Jade, de jongen die de auto bestuurt, geeft toe dat hij even heeft nagedacht of het wel een goed idee was om het dak open te gooien. “Ik was bezorgd dat het een slechte indruk zou maken. Maar we waren met vijf, het was warm en we wilden allemaal een goed idee krijgen van wat er met onze wijk was gebeurd.”
Modieuze zonnebrillen
Ze hadden elkaar leren kennen in een hotel in Hamra waar ze onderdak hadden gezocht toen ze hun huizen in de dahiye moesten ontvluchten. Daar hadden ze Lana El Khalil ontmoet, die hen haar auto had geleend.” En de sexy kleren, de modieuze zonnebrillen? “Sorry, maar wij zijn Libanezen en wij zien er graag goed uit. Op elke andere dag waren we onopgemerkt gebleven. Het is het contrast met de verwoesting op de achtergrond dat tot het misverstand heeft geleid.”
“Je moet begrijpen”, zegt El Khalil, “dat glamoureus zijn iets heel belangrijks is in Libanon. Het overstijgt het klassenverschil. Het is niet omdat je niet rijk bent dat je er niet glamoureus wilt uitzien.” Niemand in deze foto, benadrukt Bissan Maroun, komt uit de
bourgeoisie. “Kijk naar onze gelaatsuitdrukkingen: we zijn ons echt niet aan het amuseren, we zijn ontsteld over de verwoesting van onze wijk.”
Ze spreken niet tegen dat er oorlogstoerisme geweest is in Libanon, of dat het beeld van rijke christenen in de dahiye iets zegt over de
Libanese samenleving. “Je moet begrijpen dat wij Libanezen niet voor het eerst een oorlog meemaken. Er is een overlevingsinstinct dat geactiveerd wordt. Ik ben zelf ook een weekend naar Faraya geweest (een skioord in de bergen, GVL) en ik was ook gechoqueerd door wat ik daar heb gezien. Maar iedereen reageert anders op de oorlog. Ik heb mij in de hulpverlening gestort, anderen vertrokken naar la-la-land en hebben de hele oorlog gepartyd. Nee, het is een heel interessant beeld. Het is alleen jammer dat het niet klopt.”
En er is iets anders aan de hand met de manier waarop de wereld naar Libanon kijkt, zeggen ze. Jade vertelt over een andere foto, die van een man die naar de radio luistert voor zijn verwoest huis. Volgens hem had dat de World Press Photo moeten worden. El Khalil: “Dit beeld versterkt het beeld in het Westen dat oorlog alleen slachtoffers maakt onder mensen met wie zij zich niet kunnen identificeren.”
Wissam, Bissans verloofde, gaat nog een stap verder. “Als ze de foto van het dode jongetje na een bombardement in Qana hadden gekozen voor de World Press Photo, dan was dat slecht geweest voor Israël. Deze foto schaadt Israël niet. Wat ze zegt is dat de christenen, de mensen die op jullie lijken, allemaal tegen Hezbollah zijn. En dat is gewoon niet waar.”
Fotograaf Spencer Platt had het allemaal niet zo bedoeld toen hij afdrukte op de rode auto. Hij had er gisteren nog geen idee van wie de mensen op zijn foto waren. “Ik ben een agentschapfotograaf. Ik ben het niet gewoon om prijzen te krijgen. Het is nooit mijn bedoeling geweest om een oordeel te vellen over die mensen. Ik heb echt geen politiek statement willen maken.”