Het is een grote klus een MINI te maken
In het 2005 februarinummer van de Engelstalige National Geographic stond een artikel over het feit dat de MINI wordt gebouwd uit onderdelen die worden gemaakt in landen verspreid over de gehele wereldbol. Hieronder de vertaalde tekst en het originele artikel.
Het kan Thomas Schmid niet kwalijk worden genomen dat hij ’s avonds in slaap valt met beelden van auto-onderdelen in zijn hoofd. Als hoofd inkoper voor het merk MINI van de BMW Group brengt hij zijn dagen door met zoeken naar bedrijven over de gehele wereld die de bijna 2.500 onderdelen kunnen leveren – van motoren tot ruitenwissers – die tezamen komen in de fabriek in Oxford, Engeland om er de typische gedrongen auto van te maken.
In de vroege jaren van 1990 was het waarschijnlijk niet nodig geweest voor Schmid om buiten Europa te moeten zoeken naar onderdelen. Maar de laatste tientallen jaren is de financiële druk, technisch niveau en globale autoproductie toegenomen en heeft automakers gedwongen om verder te kijken dan hun eigen horizon. “Één manier om concurrerend te kunnen blijven werken is onderdelen voor een lage prijs te vinden, waar die ook zijn” aldus John Casesa, een auto-industrie analyst voor Merrill Lynch. “Auto producenten moeten de beste onderdelen tegen de laagste prijzen zien te vinden.”
Toen BMW de voorbereidingen trof voor de introductie in 2001 van de nieuwe MINI – de eerste Mini met deze naam werd geproduceerd door de British Motor Corporation van 1959 tot 2000 – wierpen Schmid en zijn collega’s een groot net uit voor de producenten van onderdelen. Vandaag de dag staan er bedrijven die de onderdelen aanleveren op continent van Zuid- en Noord Amerika, Europa en Azië. Maar de herkomst van een onderdeel vaststellen is ingewikkelder dan alleen het land van herkomst bepalen.
Het is zelfs moeilijk voor Schmid om precies alle landen te noemen die onderdelen aanvoeren. De marktprijs van roerend goed varieert met het weer en de lokale politiek, voor elke willekeurige Mini produktie komen de onderdelen uit de landen die op dat moment het beste tegen de meest gunstige prijs kunnen leveren.
Om de kosten nog verder te drukken staat Mini er op dat er precies genoeg onderdelen worden aangevoerd bij de fabriek Oxford om de 600 Mini’s die er per dag gemaakt worden te kunnen maken. Voor de Canadese firma Intier betekent dat bijvoorbeeld dat zij een fabriek in Oxford hebben gebouwd om de cockpits (inclusief dashboard en stuurkolom) op tijd te kunnen leveren.
Dus hoe noem je een auto die gebouwd wordt in Engeland door Duits bedrijf uit onderdelen die afkomstig zijn, op welke manier dan ook, uit meerdere andere landen wereldwijd? “Omdat de vraag het aanbod overstijgt,” zegt John Casesa, “noemen we het qua verkoopcijfers een succes.”